‘Dat bijna iedereen een baan heeft, maakt Nederlandse economie schokbestendig’
Als divisiedirecteur Financiële Markten bij De Nederlandsche Bank (DNB) houdt Aerdt Houben zich bezig met de marktactiviteiten, vermogensbeheer, risicobeheer, marktinformatie en de investeringsactiviteiten van DNB. Als ‘de ogen en oren van de bank in de financiële sector’, zoals hij de afdeling omschrijft, houdt hij ook de positie van de financieel meest kwetsbaren in de Nederlandse samenleving nauwlettend in de gaten.
Naast directeur Financiële Markten bij DNB is Houben ook hoogleraar Financieel beleid, instellingen en markten aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Daarnaast was hij jarenlang lid van het Comité voor Financiële Stabiliteit van de Europese Centrale Bank (ECB). Een dag na het gesprek met Houben zal de Raad van Bestuur van de ECB de rente met 0,5% verhogen. “Het hoofddoel van die maatregel is prijsstabiliteit”, legt Houben uit. “Om die reden heeft de ECB ook het transmission protection instrument (TPI) aangekondigd. Dat monetaire instrument is gericht op het veiligstellen van een evenwichtige transmissie van het monetaire beleid in het hele eurogebied, een voorwaarde voor het bereiken van prijsstabiliteit. Essentieel, want onze economie werkt het beste als de prijzen stabiel zijn.”
-Mensen die het minst te besteden hebben worden het hardst geraakt door de inflatie die, afhankelijk van hoe je het berekent, half juli was opgelopen tot 8 tot 11%. Had de ECB niet eerder kunnen ingrijpen?
Houben: “Goede vraag. Tot voor kort had ondersteuning van het herstel uit de covid-crisis nog prioriteit. De sterk opgelopen inflatie heeft dit veranderd. Neem van mij aan dat de centrale banken vastbesloten zijn om de inflatie terug te krijgen naar 2%. Deze renteverhoging, de eerste in elf jaar tijd, maakt deel uit van een goed doordachte poging om de zogenoemde ‘tweede ronde-effecten’ van de opgelopen inflatie te voorkomen. In de jaren ‘70 is gebleken dat zo’n loon-prijsspiraal desastreuse gevolgen heeft.”
-Is de huidige economische situatie te vergelijken met die in de jaren ‘70?
“Ja en nee. Net als toen is er nu ook sprake van een aanbodgedreven inflatie, door schaarste aan fossiele brandstoffen. Destijds waren er twee opeenvolgende oliecrisissen, nu is er de oorlog in Oekraïne die onder andere tot grote onzekerheid op energiegebied heeft geleid. Ten opzichte van 40 à 50 jaar geleden zijn de economieën veel opener geworden, de vakbonden minder krachtig en de centrale banken onafhankelijker. De renteverhoging toont aan dat ze hebben geleerd van hun optreden in de jaren ‘70, toen ze de situatie veel te lang lieten dooretteren. Maar verreweg het grootste verschil met de situatie toen is de situatie op de arbeidsmarkt.”
-Destijds was er veel meer werkloosheid?
“Ja. Iedereen die anno 2022 wil en kan werken, heeft de banen voor het uitzoeken. Dat maakt echt het verschil. Omdat een ongekende hoeveelheid mensen betaald werk heeft, kunnen de meeste huishoudens in Nederland wel tegen een stootje, in de vorm van een lagere koopkracht door de gestegen prijzen van onder andere energie en andere consumptieve uitgaven. In de wetenschap dat de overheidsfinanciën gezond zijn en dat de meeste huishoudens hun financiën ook op orde hebben, op een relatief hoge hypotheekschuld na, durf ik te stellen: als die schok dan toch moet komen, laat het dan nu maar zijn, want de uitgangspositie is goed.”
-Geldt dat ook voor mensen helemaal onderaan de inkomenspiramide?
“Zij worden het hardst getroffen door de inflatie, dus DNB heeft geen moeite met gerichte ‘energiesteun’ vanuit de overheid aan de huishoudens die financieel het meest kwetsbaar zijn. Financiële compensatie van hun gestegen energiekosten kan voorkomen dat ze in de financiële problemen komen of zelfs in de schulden raken. Tegelijk geldt ook dat het belangrijk is dat niet-kwetsbare huishoudens door de hogere prijzen meer dan ooit geprikkeld worden om minder gas, elektriciteit en brandstof te verbruiken. Dergelijke aanpassingsprikkels zijn absoluut nodig om de energietransitie mogelijk te maken en de samenleving te helpen om zich aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid, waarin gefaseerd afscheid wordt genomen van fossiele brandstoffen.”
-Past die rentestijging ook in die nieuwe werkelijkheid?
“Ja, het wordt duurder om geld te lenen, bijvoorbeeld voor een woning. Wat dat betreft maak ik me trouwens geen illusies: de oververhitting van de Nederlandse woningmarkt is zo structureel, dat de vraag stevig zal blijven, ook al omdat bijna iedereen een baan heeft. Dat is deels te danken aan het ongekend omvangrijke en verregaande steunmaatregelenpakket van de Nederlandse overheid tijdens de coronapandemie. Dat beleid is succesvol geweest, maar het heeft de economie wel twee jaar lang in een soort winterslaap gehouden. Nu die er op zit, is het belangrijk dat de marktprikkels binnen de economie weer ruim baan krijgen.”